![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Amsterdam |
![]() Tin
Tin wordt, al of niet gemengd met koper of lood, overal ter wereld gebruikt om er huishoudelijke en decoratieve voorwerpen van te maken. Men denke bijvoorbeeld aan servieswerk en keukengerei maar ook, in vroeger tijd, aan de tinnen soldaatjes. Tinfolie wordt bij Chinese godsdienstige ceremonies gebruikt in offerpapier, dat dient ter symbolische vervanging van offerandes in de vorm van zilvergeld. De belangrijkste Aziatische tingebieden bevinden zich rond de Straat Malakka (kaart). ![]() In de 17e eeuw was de tinhandel voor de VOC van ondergeschikt belang, omdat het metaal in Europa zelf in voldoende mate aanwezig was. In Azië was de handel voornamelijk in handen van Chinese en Indiase kooplieden. Niettemin probeerde de VOC vanaf de verovering van Malakka in 1641 een monopolie op de handel in dit product te verkrijgen door de tingebieden op het Maleise schiereiland exclusieve leverantiecontracten op te leggen. Veel succes had dit niet. In de 17e eeuw werd tin door de VOC derhalve alleen maar als ballast voor haar schepen beschouwd. Daarin kwam verandering in de 18e eeuw. De reden hiervoor was de verhoogde afzetmogelijkheid in China. Deze was weer het gevolg was van de grotere export van thee uit dat land. Vanwege de behoefte aan tinfolie voor offerpapieren kon tin gebruikt worden om er theebestellingen mee te financieren. De VOC kon van deze gunstige situatie profiteren, doordat er zich in dezelfde tijd een belangrijk alternatief productiegebied voor het Maleise schiereiland aandiende, namelijk het eiland Bangka voor de oostkust van Sumatra. Hier namen particuliere Chinese ondernemers de mijnbouw energiek ter hand. Bangka ressorteerde onder de sultan van Palembang, die de VOC in 1722 een exclusief leverantiecontract toestond. Hoewel de VOC hierdoor op papier over een monopolie in de Bangkase tinhandel beschikte, was het in de praktijk zo dat een geschat één derde deel van de totale productie door 'smokkel' naar elders werd afgevoerd. ![]() In het tweede kwartaal van de 18e eeuw stegen de leveranties uit Bangka explosief. Vanaf 1750 tot 1790 ontving de VOC jaarlijks gemiddeld 3 miljoen pond tin. Dit was 1 miljoen pond meer dan noodzakelijk was om de theehandel mee te bekostigen. Het overschot werd elders aan de man gebracht, bijvoorbeeld in Batavia, waar het werd verkocht aan particuliere Aziatische en Europese kooplieden. In Malakka was de jaarlijkse omzet naar schatting 0,25 miljoen pond. De inkoopprijs van de VOC was ongeveer 25 cent per pond. ![]()
|
||
![]() |
|||
![]() |
![]() |