 
 
 
 Enkhuizen
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Huygens ING Amsterdam
|
Kamer Enkhuizen
|
Oostindisch Huis, 1729, tekening van Cornelis Pronk, Rijksarchief Noord-Holland
|
Voorgeschiedenis
De gunstige ligging aan de Zuiderzee maakte Enkhuizen tot een geschikte haven voor koopvaardij en visserij. Tevens had de Admiraliteit van het Noorderkwartier van Holland sinds 1597 afwisselend haar zetel in Hoorn en Enkhuizen. Een voorcompagnie heeft Enkhuizen niet gehad. Wel waren er in de stad aan de vooravond van de oprichting van de VOC personen gevestigd, die een belangrijke stimulans tot de overzeese vaart hebben gegeven, zoals de Azië-reizigers Dirck Gerritsz Pomp alias 'Dirck China' en Jan Huygen van Linschoten, die in 1596 beroemd werd als schrijver van Itinerario.
Inleg kapitaal
De Kamer Enkhuizen had na de kamers van Amsterdam en Zeeland met f 540.000 de grootste inbreng in het aandelenkapitaal van de VOC. Onder de eerste 358 inschrijvers bevonden zich veel kleine ondernemers, die risico durfden te nemen.
Oostindisch Huis
Enkele maanden na de oprichting van de VOC kregen de bewindhebbers van de Kamer Enkhuizen de beschikking over de Engelse Toren aan de Oosterhaven bij de Blauwpoortsbrug. In 1628 werd door de bewindhebbers terrein aangekocht aan de Wierdijk voor de bouw van een nieuw Oostindisch Huis, dat in 1630 betrokken werd. In 1816 brandde dit pand volledig af. Het enige nog bestaande gebouw van de VOC in Enkhuizen is het oorspronkelijk naast het Oostindisch Huis gelegen Peperhuis. Het Peperhuis bestaat eigenlijk uit twee met elkaar verbonden panden. Het terrein aan de Wierdijk werd door de Compagnie in 1682 aangekocht. Het Peperhuis maakt tegenwoordig deel uit van het Zuiderzeemuseum.
Scheepswerf
De scheepswerf was aan de Wierdijk. Daar stonden loodsen voor opslag en ook de woning van de meestertimmerman. Aan de noordwestkant van de stad bezat de Compagnie een eigen lijnbaan. Na een brand in 1732 bouwde de Compagnie een nieuwe lijnbaan aan de Boereboom. In de periode 1602-1794 werden te Enkhuizen 108 schepen gebouwd.
Top
|